In tegenstelling met wat bij de Raad van State geldt, waar iedere verzoeker zijn belang moet aantonen, hoeven voorzitters van een vergadering zoals de Ministerraad en de gemeenschaps- en gewestregeringen, hun belang niet aan te tonen vóór de rechter die zich over de grondwettigheid uitspreekt.
Devant le juge constitutionnel, à la différence du Conseil d'État, devant lequel chaque requérant doit établir son intérêt, les présidents d'assemblée, comme le Conseil des ministres et les gouvernements communautaires et régionaux, n'y sont pas tenus.