2. De vaststelling overeenkomstig lid 1 van de gebieden die in een internationaal stroomgebiedsdistrict of in een in artikel 3, lid 2, onder b), bedoelde beheerseenheid die met een andere lidstaat wordt gedeeld, zijn gelegen, wordt tussen de betrokken lidstaten gecoördineerd.
2. L’identification, conformément au paragraphe 1, des zones incluses dans un district hydrographique international, ou dans une unité de gestion visée à l’article 3, paragraphe 2, point b), commune à un autre État membre, est coordonnée entre les États membres concernés.