Strekking van het ontwerp 2. Uit artikel 307, § 1, vijfde lid, b), en achtste lid, van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 (hierna: WIB 92) vloeit voor bepaalde belastingplichtigen de verplichting voort om ter gelegenheid van het indienen van de jaarlijkse belastingaangifte ook aangifte te doen van betalingen van minstens 100.000 euro die tijdens het belastbaar tijdperk rechtstreeks of onrechtstreeks werden gedaan aan personen die gevestigd zijn in een staat zonder belasting of met een lage belasting.
Portée du projet 2. Il se déduit de l'article 307, § 1, alinéas 5, b), et 8, du Code des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 92) que certains contribuables doivent également déclarer, à l'occasion de l'introduction de la déclaration fiscale annuelle, les paiements d'un montant minimum de 100.000 euros qui, au cours de la période imposable, ont été effectués directement ou indirectement à des personnes établies dans un Etat où la fiscalité est inexistante ou peu élevée.