Zowel de correctionele rechtbank (33) als de rechtbank van eerste aanleg (34) van Leuven vragen of het discriminerend is dat de verweerder, wanneer hij in het ongelijk wordt gesteld, de advocatenkosten moet betalen, terwijl wanneer hij in het gelijk wordt gesteld, de kosten van zijn advocaat niet kan verhalen op de eiser.
Aussi bien le tribunal correctionnel (33) que le tribunal de première instance (34) de Louvain demandent s'il est discriminatoire que le défendeur, lorsqu'il succombe, doive prendre en charge les frais d'avocat du demandeur, tandis que lui-même, lorsqu'il obtient gain de cause, ne peut récupérer auprès du demandeur les frais de son avocat.