c) in het belang van de rechtszekerheid en rechtseenheid kan de rechterlijke macht elke schending van een internationaal gewaarborgd recht of vrijheid in het EVRM eveneens beschouwen als een schending van het gelijkaardig grondwettelijk gewaarborgde recht, waarvan de toetsing noch expliciet (rechtstreeks aan het EVRM), noch impliciet (via de gelijkwaardige bepaling in bijvoorbeeld het IVBPR) door de rechterlijke macht mag geschieden.
c) dans l'intérêt de la sécurité juridique et de l'unité du droit, le pouvoir judiciaire peut considérer également toute violation d'un droit ou d'une liberté garantis sur le plan international par la CEDH comme constituant une violation du droit similaire garanti par la Constitution, dont le contrôle ne peut être effectué par le pouvoir judiciaire, que ce soit de manière explicite (directement à la lumière de la CEDH), ou de manière implicite (par le truchement de la disposition équivalente, inscrite par exemple dans le pacte DCP).