31. benadrukt dat er, ondanks een beleid van harde repressie, een religieuze opleving in China plaatsvindt, die blijkt uit de heropening of wederopbouw van talloze gebedsplaatsen; dringt er bij de Chinese autoriteiten op aan op te houden met beleid en praktijken die het fundamentele recht van de burger op vrijheid van godsdienst en geloofsovertuiging beknotten;
31. souligne que, malgré une politique de répression sévère, un renouveau religieux a lieu actuellement en Chine, comme le démontrent la réouverture ou la reconstruction d'innombrables lieux de culte; demande aux autorités chinoises de renoncer aux politiques et pratiques qui restreignent le droit fondamental de tout citoyen à la liberté de culte et de conviction;