Het onvermogen van de lidstaten om de zeggenschap over een faillerende kredietinstelling te verwerven en deze zodanig af te wikkelen dat bredere systeemschade effectief wordt voorkomen, kan het wederzijdse vertrouwen van de lidstaten en de geloofwaardigheid van de interne markt voor financiële diensten ondermijnen.
L'incapacité des États membres à prendre le contrôle d'un établissement de crédit défaillant, et à organiser sa faillite pour éviter des dommages systémiques importants, peut saper la confiance mutuelle entre États membres et la crédibilité du marché intérieur dans le domaine des services financiers.