Wat de tweede prejudiciële vraag betreft, wenst de verwijzende rechter van het Hof te vernemen of artikel 1022, laatste lid, van het Gere
chtelijk Wetboek de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt, nu het aan een partij het recht ontzegt om haar werkelijke kosten van
juridische bijstand volledig te recupereren, terwijl een partij van wie de schade bestaat uit andere elementen dan advocatenkost
...[+++]en, een volledige vergoeding kan verkrijgen van de door haar gemaakte kosten.
En ce qui concerne la seconde question préjudicielle, le juge a quo interroge la Cour sur le point de savoir si l'article 1022, dernier alinéa, du Code judiciaire viole les articles 10, 11 et 16 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, dès lors qu'il prive une partie du droit de récupérer l'intégralité de ses frais réels d'assistance juridique, alors qu'une partie dont le dommage consiste en d'autres éléments que des frais d'avocats peut obtenir une indemnisation intégrale des frais qu'elle a exposés.