« De minister of diens gemachtigde moet echter de asielaanvraag in aanmerking nemen indien de vreemdeling voorheen het voorwerp heeft uitgemaakt van een weigeringsbeslissing die werd genomen bij toepassing van de artikelen 52, § 2, 3°,4° en 5°, § 3, 3° en § 4, 3°, of 57/10».
« Toutefois, le ministre ou son délégué doit prendre en considération la demande d'asile si l'étranger a auparavant fait l'objet d'une décision de refus prise en application des articles 52, § 2, 3°,4° et 5°, § 3, 3° et § 4, 3°, ou 57/10».