8. verwelkomt de goedkeuring en inwerkingtreding op 1 juni 2005 van zes belangrijke wetgevingsinstrumenten, die door de Europese Ra
ad in december 2004 werden beschouwd als een voorwaarde voor het starten van onderhandelinge
n; merkt op dat er bezorgdheid blijft bestaan over bepaalde elementen van de goedgekeurde wetten; is met name bezorgd over de aanklachten van de openbare aanklager tegen Orhan Pamuk die in strijd zijn met het Europees Verdrag van de rechten van de mens en verzoekt de Turkse regering de vrijheid van meningsuiting t
...[+++]e waarborgen en het wetboek van strafrecht te herzien met name ten aanzien van artikel 301, lid 1; uit tevens zijn bezorgdheid over artikel 305 van het wetboek van strafrecht, dat 'handelingen tegen het fundamenteel nationaal belang' strafbaar stelt, en een decreet ter uitvoering van het verenigingsrecht waarin een aantal beperkingen gehandhaafd wordt met inbegrip van voorafgaande vergunning voor buitenlandse financiering; merkt tevens op dat er ook ernstige bezorgdheid blijft bestaan over de ontoereikende wetgevingsvoorstellen inzake de werking van religieuze gemeenschappen (wet inzake stichtingen); 8. se félicite de l'adoption et de l'entrée en vigueur, le 1er juin 2005, de six actes législatifs importants, dont le Conseil européen de décembre 2004 avait fait un préalable à l'ouverture de négociations; des inquiétudes subsistent concernant certaines parties de la législation adoptée; est particulièrement préoccupé par les griefs signifiés par le parquet à M. Orhan Pamuk qui contreviennent à la Convention européenne des droits de l'homme et invite le gouvernement turc à garantir la liberté de pensée et à poursuivre la réforme du code pénal, notamment son article 301, premier paragraphe; exprime également son inquiétude au sujet de l'article 305 du code pénal turc qui criminalise "les actes perpétrés contre l'intérêt national fondame
...[+++]ntal" ainsi que d'un règlement portant application du droit des associations maintenant un certain nombre de restrictions, parmi lesquelles une autorisation a priori pour les financements étrangers; de sérieux doutes subsistent également concernant l'insuffisance des propositions juridiques relatives au fonctionnement des communautés religieuses (loi sur les fondations);