Artikel 11, § 2, a, van de wet van 26 mei 2002 voorziet wel expliciet de mogelijkheid voor het O.C. M.W. om op grond van billijkheidsredenen te aanvaarden dat de betrokken persoon met het oog op een verhoging van zijn inschakelingskansen in het beroepsleven, een studie met voltijds leerplan aanvat, hervat of voortzet in een door de Gemeenschappen erkende, georganiseerde of gesubsidieerde onderwijsinstelling.
L'article 11, § 2, a, de la loi du 26 mai 2002 prévoit toutefois la possibilité pour le centre d'accepter sur la base de motifs d'équité qu'en vue d'une augmentation de ses possibilités d'insertion professionnelle, la personne concernée entame, reprenne ou continue des études de plein exercice dans un établissement d'enseignement agréé, organisé ou subventionné par les Communautés.