Daarbij wordt aangenomen dat een gemiddeld Europees octrooi bescherming biedt in 13 landen (de landen waarin het merendeel van de aanvragers van Europese octrooien bescherming wenst): DE (genoemd in 98% van de EO), FR (93%), UK (92%), IT (76%), ES (61%), NL (59%), SE (57%), CH (55%), BE (54%), AT (53%), DK (51%), IE en FI (50%), waarbij NL, SE en DK in het kader van de Overeenkomst van Londen Engels als voorkeurtaal hebben gekozen.
Cela suppose qu'un brevet européen moyen désigne 13 États (les États désignés à une majorité des demandeurs de brevet européen) : DE (désigné de 98% du PE), le FR (93 %), RU (92 %), les TI (76 %), ES (61 %), NL (59 %), SE (57 %), CH (55 %), BE (54 %), AT (53 %), DK (51 %), IE et FIN (50 %), avec NL, SE et DK sélectionnant l'anglais comme langue préférée en vertu de l'accord de Londres.