Het recht op gewaarborgde gezinsbijslag is, behalve wanneer de rechthebbende het bestaansminimum of de inkomensgarantie voor ouderen geniet, immers afhankelijk van vier bestaansmiddelengrenzen waarboven de gewaarborgde gezinsbijslag niet (artikel 6, eerste lid), of slechts ten belope van drie vierde, de helft of één vierde (artikel 6, tweede lid) wordt toegekend.
Excepté lorsque l'attributaire bénéficie du minimum de moyens d'existence ou de la garantie de revenus aux personnes âgées, le droit aux prestations familiales garanties dépend en effet de quatre plafonds de ressources au-delà desquelles les prestations familiales garanties ne sont pas accordées (article 6, alinéa 1), ou le sont seulement à concurrence des trois quarts, de la moitié ou d'un quart (article 6, alinéa 2).