Art. 4. De aanvraag om hernieuwing van de erkenning die uitgewerkt wordt vanaf de genormaliseerde uurrooster bedoeld in artikel 3, wordt door de inrichtende macht ingediend en dit, ten laatste negen maanden vóór het verstrijken van de periode waarin de erkenning toegekend werd.
Art. 4. La demande de renouvellement de l'agrément, élaborée à partir de la grille normalisée visée à l'article 3, est introduite par le pouvoir organisateur au plus tard neuf mois avant l'expiration de la période pour laquelle l'agrément a été octroyé.