Het [lijdt] geen twijfel dat de intercommunales belast met de uitbating van een publiek ziekenhuis bij de afwezigheid van een onvoorwaardelijke vrijstelling van de vennootschapsbelasting zoals het was geregeld door artikel 180, 1°, WIB 92, voor haar opheffing bij de programmawet van 19 december 2014, mochten ze de mogelijkheid gehad hebben, zouden geopteerd hebben voor de vorm van een rechtspersoon zonder winstoogmerk, zoals een vzw.
Il ne fait pas de doute que les intercommunales chargées de l'exploitation d'un hôpital public auraient opté, dès lors qu'elles en avaient la possibilité, pour la forme d'une personne morale sans but lucratif, telle qu'une ASBL, en l'absence d'exemption inconditionnelle de l'impôt des sociétés telle qu'elle était organisée par l'article 180, 1°, CIR 92, avant son abrogation par la loi du 19 décembre 2014.