Wat de uitoefening van activiteiten betreft, wordt aan de dochtermaatschappijen van Georgische vennootschappen op het grondgebied van de Europese Unie de nationale behandeling toegekend van de Lid-Staat waar ze gevestigd zijn, onverminderd de voorbehouden van de Gemeenschap als opgesomd in bijlage IV (mijnbouw, visserij, aankoop van onroerend goed, audiovisuele diensten, telecommunicatiediensten, persagentschappen...).
En ce qui concerne l'exercice d'activités, les filiales de sociétés géorgiennes sur le territoire de l'Union européenne se voient reconnaître le traitement national de l'État Membre où elles sont établies, sans préjudice des réserves de la Communauté énumérées à l'annexe IV (exploitation minière, pêche, achat de propriétés foncières, services audiovisuels, télécommunications, agences de presse...).