Vanaf het bereiken van de in het vorige lid bedoelde graadanciënniteit dient de gegadigde, samen met de gerechtelijk officier die het bevel voert over de brigade of de dienst waaraan de gegadigde verbonden is, een planning betreffende de vereiste voortgezette opleiding op te stellen die ze met onderlinge toestemming kunnen wijzigen.
A partir du moment où il atteint l'ancienneté de grade visée à l'alinéa précédent, le candidat doit, avec l'officier judiciaire qui commande la brigade ou le service où le candidat est attaché, établir un planning relatif à la formation continuée exigée, qu'ils peuvent modifier de commun accord.