Ingevolge deze richtlijnen behoort het tot de bevoegdheden van de instanties die belast zijn met het toezicht op de toepassing van de wetgeving en/of van de bevoegde gerechtelijke instanties van de lidstaat van waaruit deze bedrijven hun activiteiten uitvoeren, om per geval uit te maken of een reclame-uiting al dan niet misleidend is en hiertegen gepaste maatregelen te nemen.
En vertu de ces directives, il incombe aux pouvoirs publics chargés de veiller à l’application des législations et/ou aux tribunaux compétents de l’État membre à partir duquel ces sociétés exercent leurs activités de décider, au cas par cas, si une communication commerciale est trompeuse et de prendre les mesures de coercition appropriées.