Gelet op die doels
telling die de drie stelsels met elkaar gemeen hebben, welke uitkeringen van een vergelijkbaar niveau verstrekken en alle afhankelijk zijn van de voorwaarde dat
de bestaansmiddelen waarover de begunstigde beschikt ontoereikend moeten zijn, is het niet verantwoord om, op grond van het enkele criterium van de financieringsbron, de begunstigden ervan verschillend te behandelen op het stuk van de mogelijkheid om het ten onrechte uitgekeerde bedrag terug te innen, zoals zulks geregeld wordt door artikel
1410, § 4 ...[+++], van het Gerechtelijk Wetboek, dat de begunstigde van het bestaansminimum de mogelijkheid biedt aan de erin vermelde regel te ontsnappen, terwijl daarentegen de begunstigden van de tegemoetkomingen aan de gehandicapten en van het gewaarborgd inkomen voor bejaarden wel aan die regel onderworpen zijn en die regel niet onredelijk is.Eu égard à cette finalité commune aux trois régimes, qui fournissent des prestations d'un niveau comparable et sont tous subordonnés à la condition d'insuffisance des ressources du bénéficiaire, il n'est pas justifié, sur la base du seul critère de la source du financement, de traiter différemment leurs bénéficiaires au regard de la possibilité de restitution de l'indu réglée par l'article 1410, § 4, d
u Code judiciaire, lequel permet au bénéficiaire du minimum de moyens d'existence d'échapper à la règle qu'il prévoit alors que les bénéficiaires des allocations aux handicapés et du revenu garanti aux personnes âgées y sont soumis et que c
...[+++]ette règle n'est pas déraisonnable.