A. overwegende dat het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Handvest van de grondrechten een uiteenzetting bevatten van de waarden waarop de EU gegrondvest is, maar dat in de praktijk niet alle inwoners van de EU volledig de rechten van het Handvest genieten, met name vrouwen uit etnische minderheden, met inbegrip van degenen die slachtoffer zijn van geweld, mensenhandel en armoede; overwegende dat deze waarden gedeeld worden door de samenlevingen van alle lidstaten, die gekenmerkt worden door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, gerechtigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen,
A. considérant que le traité sur l'Union européenne et la charte des droits fondamentaux de l'Union européenne établissent les valeurs sur lesquelles l'Union européenne est fondée, mais qu'en pratique, toutes les personnes vivant dans l'Union ne bénéficient pas pleinement de ladite charte, en particulier les femmes qui appartiennent à des groupes ethniques minoritaires, y compris celles qui sont victimes de violence, de traite des êtres humains et de pauvreté; considérant, par ailleurs, que ces valeurs sont communes aux sociétés des différents États membres, qui se caractérisent par le pluralisme, l'absence de discrimination, la toléra
nce, la justice, la solidarité, ainsi qu ...[+++]e par l'égalité entre les hommes et les femmes,