Indien de deurwaarder vaststellingen kan doen van « zuiver materiële feiten zonder enig advies uit te brengen met betrekking tot de gevolgen in feite of in rechte die daaruit zouden kunnen voortvloeien », is het dan een gerechtsdeurwaarder toegelaten om, binnen het kader van deze vaststellingen, over te gaan tot ondervraging van personen ?
Si l'huissier de justice peut faire des « constatations purement matérielles, sans émettre aucun avis sur les conséquences de fait ou de droit qui pourraient en résulter », lui est-il pour autant permis de procéder, dans le cadre de ces constatations à l'interrogatoire de personnes ?