G
eeft de Belgische wetgever, door artikel 145(1, 3°) WIB 1992 te wijzigen, niet impliciet toe dat de houding van de administratie met betrekking tot de aftrek en belastingvermindering in verband met hypothecaire leningen discriminerend was, door deze reglementering aan te passen aan de Europese vereisten in verband met de vrijheid van verkeer van personen, diensten en kapitaal? e) Wordt er geen ongeoorloofde discrim
inatie in het leven geroepen tussen leningen die voor de wetswijziging zijn afgesloten en leningen die na de wetswijzigin
...[+++]g zijn afgesloten?
En modifiant l'article 145(1, 3°) CIR 1992, le législateur belge n'admet-il pas implicitement que l'attitude de l'administration en ce qui concerne la déduction et la réduction fiscale relative aux emprunts hypothécaires était discriminatoire, vu qu'il a adapté cette réglementation aux exigences européennes en matière de libre circulation des personnes, des services et des capitaux? e) Une discrimination inacceptable n'est-elle pas créée, de la sorte, entre les emprunts contractés avant et après la modification de la législation?