In de motivering van het voormelde arrest heeft het Hof geoordeeld dat het verschil in behandeling tussen gehuwden en wettelijk samenwonenden verantwoord was, mede rekening houdend met het bestaan van artikel 146bis van het Burgerlijk Wetboek, dat het tegengaan van schijnhuwelijken beoogt, terwijl een dergelijke bepaling, op het ogenblik van de feiten, zoals die zich hadden voorgedaan in het geschil voor de verwijzende rechter, niet bestond voor de wettelijke samenwoning.
Dans la motivation de l'arrêt précité, la Cour a jugé que la différence de traitement entre les personnes mariées et les cohabitants légaux était justifiée, compte tenu notamment de l'existence de l'article 146bis du Code civil, qui vise à lutter contre les mariages de complaisance, alors qu'une telle disposition, au moment des faits, tels qu'ils s'étaient produits dans le litige soumis au juge a quo, n'existait pas pour la cohabitation légale.