De wet van 7 mei 2004 zet daartoe richtlijn 2001/20 om waar zij zich rechtstreeks op baseert
: in de memorie van toelichting staat dat : « de principeregel deze van de geïnformeerde toestemming is, dat
wil zeggen van een geschreven toestemming die wordt overhandigd nadat diverse informatie aan de deelnemer of aan zijn ver
tegenwoordiger werd verstrekt, ja, er zelfs een contact heeft plaatsgehad tussen de deelnemer en zijn vertegenwo
...[+++]ordiger en de onderzoeker (...), ».
La loi du 7 mai 2004 transpose à cet égard la Directive 2001/20 dont elle s'inspire directement: dans l'exposé des motifs de la loi, on peut lire « la règle de principe est celle du consentement éclairé, c'est-à-dire d'un consentement écrit et remis après que diverses informations aient été fournies au participant ou à son représentant, voire qu'un contact ait eu lieu entre ces derniers et l'investigateur, (...) ».