c) de som van (A1/200 of A2/1500) + B/100 + C/300 + D/600 + E/70.000 dient op ieder ogenblik kleiner te zijn dan of gelijk aan één, als op het bedrijf meerdere diersoorten voorkomen. Hierin is A1 gelijk aan het aantal zeugen, exclusief het daarbij horend aantal m
estvarkens voor een gesloten varkenshouderij, A2 het aantal varkens ouder dan 10 weken voor een niet-gesloten varkenshouderij, B gelijk aan het aantal melkkoeien, exclusief het daarbij behorende jongvee, C gelijk aan het aantal stuks vleesvee ouder dan 6 maanden, D gelijk aan het aantal gespeende kalveren, E gelijk aan het aantal stuks pluimvee ouder dan 3 weken, dat op het bedri
...[+++]jf wordt gehouden;
c) la somme de (A1/200 ou A2/1500) + B/100 + C/300 + D/600 + E/70.000 doit à tout moment être inférieure ou égale à un, si l'entreprise compte plusieurs espèces animales, A1 étant égal au nombre de truies, à l'exclusion du nombre de porcs à l'engrais dans le cas d'une porcherie fermée, A2 au nombre de porcs de plus de 10 semaines dans le cas d'une porcherie ouverte, B au nombre de vaches laitières, à l'exclusion du jeune bétail, C au nombre de têtes de bétail de boucherie de plus de 6 mois, D au nombre de veaux sevrés, E au nombre de têtes de volaille de plus de13 semaines élevées à l'entreprise;