Daarenboven moet eraan worden herinnerd dat het konink
lijk besluit van 18 januari 2001 tot vaststelling van het bestek en van de procedure tot toekenning van vergunningen voor de mobiele telecommunicatiesystemen van de derde generatie, in artikel 7, derde lid, het volgende voorschrijft : « De 3G-operator neemt alle nodige maatregelen om o
nwettig gebruik van zijn netwerk te voorkomen, om alle vormen van fraude te verhinderen en
om het gebruik van gestolen of slecht ...[+++] werkende mobiele eindtoestellen van de derde generatie te verbieden ».
En outre, il convient de rappeler que l'arrêté royal du 18 janvier 2001 fixant le cahier des charges et la procédure relative à l'octroi d'autorisations pour les systèmes de télécommunications mobiles de troisième génération dispose, en son article 7, troisième alinéa, que « L'opérateur 3G prend toutes les mesures nécessaires pour éviter toute utilisation illicite de son réseau, pour empêcher les fraudes de toutes natures et pour interdire l'utilisation d'appareils terminaux mobiles de la troisième génération volés ou présentant des problèmes de fonctionnement ».