99. stelt zich op het standpunt dat, om te kunnen komen tot een verdere verdieping van de democratische politieke unie en nauwere economische integratie – die inherent zijn aan een monetaire unie – alle relevante uitgaven uit de EU-begroting effe
ctief moeten worden gestroomlijnd om de concurrentiepositie van de EU als geheel en van de minder concurrentiebestendige regio's te versterken, zodat de economische kracht van Europa in het belang van haar burgers kan worden gemaximaliseerd
, zonder afbreuk te doen aan het behoud of het herstel
...[+++] van een billijk sociaal evenwicht; is derhalve van mening dat de EU-begroting moet worden opgetrokken tot een niveau tussen 5% en 10% van het bbp van de Unie; verlangt dat tegelijk met de verhoging van de EU-begroting op basis van de eigen middelen – ter financiering van maatregelen op het gebied van buitenlands en veiligheidsbeleid, de sectoren energie en vervoer, ontwikkelingssamenwerking en OO – de nationale begrotingen worden verlaagd, zodat fiscale neutraliteit voor de burgers is gewaarborgd; 99. conclut que, pour approfondir l'union politique et démocratique et l'intégration économique, en assurant une adéquation avec l'union monétaire, toutes les dépenses concernées du budget de l'Union doivent être rationalisées
de manière efficace avec l'objectif d'accroître la compétitivité de l'Union dans son ensemble et de ses régions les moins compétitives, afin de maximiser la puissance économique de l'Europe, tout en préservant ou en retrouvant un équilibre social équitable; estime dès lors que le budget de l'Union doit être porté à un niveau représentant 5 à 10 % du PIB de l'Union; demande, parallèlement à la hausse du budget de
...[+++]l'Union sur la base de ressources propres, pour financer les politiques et les mesures dans les domaines de la politique étrangère et de sécurité, les secteurs de l'énergie et des transports, la coopération au développement et la RD, que les budgets nationaux soient réduits afin de garantir aux citoyens la neutralité fiscale; 
