Volgens de Ministerraad vloeit de beperking van het recht van de slachtoffers van een arbeidsongeval of hun rechthebbenden op de schadevergoeding die door de derde-aansprakelijke verschuldigd is, niet voort, zoals in de prejudiciële vragen wordt gesuggereerd, uit het mechanisme van de indeplaatsstelling van de wetsverzekeraar en het Fonds voor arbeidsongevallen waarin artikel 47 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 voorziet, maar uit het beginsel van de niet-samenvoeging van de prestaties van de arbeidsongevallenwetgeving met de pensioenen, vastgelegd in artikel 42bis van dezelfde wet.
Selon le Conseil des ministres, la limitation du droit des victimes d'un accident du travail ou de leurs ayants droit d'obtenir l'indemnisation due par le tiers responsable ne résulte pas, comme le suggèrent les questions préjudicielles, du mécanisme de la subrogation de l'assureur-loi et du Fonds des accidents du travail prévu par l'article 47 de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, mais du principe du décumul entre les prestations de la législation sur les accidents du travail et les pensions, consacré par l'article 42bis de la même loi.