Op de openbare terechtzitting van 31 oktober 2001 heeft de vertegenwoordiger van de Ministerraad gevraagd dat de raadsman van de verzoekers de aantijgingen geuit op de zitting van 23 oktober 2001, die door de eerstgenoemde als « betichting van valsheid » worden beschouwd, zou intrekken en dat, zo niet, het Hof het incident zou behandelen overeenkomstig artikel 95 van de bijzondere wet op het Arbitragehof.
A l'audience publique du 31 octobre 2001, le représentant du Conseil des ministres a demandé au conseil des requérants de retirer les accusations proférées à l'audience du 23 octobre 2001, que le premier considère comme un acte d' « inscription en faux », et a demandé à la Cour, en cas de refus, de traiter l'incident conformément à l'article 95 de la loi spéciale sur la Cour d'arbitrage.