Wanneer een uitbraak van mond- en klauwzeer wordt bevestigd in een van de in paragraaf 1 bedoelde voorzieningen, kan het Agentschap besluiten af te wijken van het bepaalde in artikel 10, paragraaf 1, onder 1°), op voorwaarde dat de fundamentele belangen van de Europese Gemeenschap, en met name de dierengezondheidsstatus van andere lidstaten, niet in gevaar komt en dat de nodige maatregelen getroffen zijn om elk risico van verspreiding van het mond- en klauwzeervirus te voorkomen.
Lorsque la présence d'un foyer de fièvre aphteuse est confirmée dans un des lieux visés au paragraphe 1, l'Agence peut décider de déroger aux dispositions de l'article 10, paragraphe 1, point 1°), pour autant qu'il ne soit pas porté atteinte aux intérêts fondamentaux de la Communauté européenne, et en particulier à la situation zoosanitaire des autres Etats membres, et que toutes les mesures nécessaires soient mises en oeuvre pour empêcher la propagation du virus aphteux.