Art. 3. Artikel 1, tweede lid, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 24 november 1997, wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende : "6° wanneer de opsporing ten huize of huiszoeking betrekking heeft op een misdrijf bedoeld in : - boek II, titel Iter, van het Strafwetboek, of; - boek II, titel VI, Hoofdstuk I, van hetzelfde Wetboek, wanneer er ernstige aanwijzingen zijn dat er vuurwapens, explosieven, kernwapens, biologische of chemische wapens
, of schadelijke of gevaarlijke stoffen waardoo
r bij ontsnapping mensenlevens in gevaar kunnen wo ...[+++]rden gebracht, kunnen worden aangetroffen".
Art. 3. L'article 1, alinéa 2, de la même loi, modifié par la loi du 24 novembre 1997, est complété par le 6° rédigé comme suit : "6° lorsque la visite domiciliaire ou la perquisition concerne une infraction visée : - au livre II, titre Iter, du Code pénal, ou; - au livre II, titre VI, chapitre I, du même Code, lorsqu'il existe des indices sérieux que des armes à feu, des explosifs, des armes nucléaires, des armes biologiques ou chimiques ou des substances nocives ou dangereuses pouvant mettre des vies humaines en danger en cas de fuite, peuvent être découverts".