Artikel 5 stelt minimumstraffen voor de gehele EU vast; dit zijn voor de in artikel 4, letters b) tot e) genoemde delicten gevangenisstraffen van minimaal 6 maanden, en voor de in artikel 4, letters a) en f) genoemde delicten, namelijk het publiekelijk aanzetten tot geweld of haat en het leiden van racistische groepen, gevangenisstraffen van minimaal 2 jaar. Medeplichtigheid en pogingen tot het begaan van een racistisch delict zijn eveneens strafbaar.
L'article 5 fixe des sanctions minimales pour l'ensemble de l'UE à savoir, pour les infractions citées à l'article 4 b) à e) des peines privatives de liberté égales ou supérieures à 6 mois et pour celles citées à l'article 4 a) et f), c'est-à-dire l'incitation publique à la violence ou à la haine et la direction d'un groupe raciste ou xénophobe, des peines privatives de liberté égales ou supérieures à deux ans.