De tekst voorziet in een verplichting tot handelen, dat wil zeggen dat elke Lid-Staat zich verbindt tot een effectieve justitiële samenwerking inzake misdrijven die gebaseerd zijn op bepaalde gedragingen, zoals het publiekelijk verspreiden van racistische of xenofobe uitingen door middel van tekst, beeld of anderszins, of het deelnemen aan activiteiten van groepen, organisaties of verenigingen die discriminatie, geweld en rassehaat, etnische haat of godsdiensthaat impliceren.
Le texte prévoit une obligation de comportement, à savoir un engagement de chaque Etat membre d'assurer une coopération judiciaire effective en matière d'infractions fondées sur certains comportements tels que la diffusion et la distribution publique d'écrits, d'images ou d'autres supports contenant des manifestations racistes ou xénophobes, la participation à des activités de groupes, organisations ou associations, qui impliquent la discrimination, la violence et la haine raciale ethnique ou religieuse.