Artikel 1, zesde lid, van de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag, in de versie ervan van vóór 1 maart 2009, schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 18 en 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, doordat het van toepassing is op de buitenlandse aanvrag
er van gewaarborgde gezinsbijslag die toegelaten of gemachtigd is in België te verblijven of zich er te vestigen en die de in het zevende lid van dat artikel bedoelde vrijstellingen niet kan genieten, terwijl het kind dat hij ten laste heeft, werkelijk in België verblijft en onderdaan is van ee
...[+++]n lidstaat van de Europese Unie.
L'article 1, alinéa 6, de la loi du 20 juillet 1971 instituant des prestations familiales garanties, dans sa version antérieure au 1 mars 2009, viole les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec les articles 18 et 20 du Traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, en ce qu'il s'applique au demandeur étranger de prestations familiales garanties qui est admis ou autorisé à séjourner en Belgique ou à s'y établir et qui ne peut bénéficier des dispenses prévues par l'alinéa 7 de cet article, alors que l'enfant dont il a la charge réside effectivement en Belgique et est ressortissant d'un Etat membre de l'Union européenne.