Het Verwaltungsgericht wenst bovendien te vernemen of de richtlijn inzake gezinshereniging , die bepaalt dat de lidstaten van de mogelijke begunstigden van de gezinshereniging kunnen verlangen dat zij voldoen aan bepaalde integratievoorwaarden, eraan in de weg staat dat het recht op toegang tot Duitsland van de echtgenoot van een onderdaan van een derde land die legaal in die lidstaat verblijft, afhankelijk wordt gesteld van het bewijs van basiskennis van de Duitse taal.
Le Verwaltungsgericht cherche en outre à savoir si la directive sur le regroupement familial , en vertu de laquelle les États membres ont le droit d’exiger que les bénéficiaires potentiels du regroupement familial se conforment à des mesures d’intégration, s’oppose à ce que le droit d’entrée en Allemagne du conjoint d’un ressortissant de pays tiers séjournant régulièrement dans cet État soit subordonné à la démonstration d’une connaissance de base de la langue allemande.