Opmerkelijk daarbij is dat 90% van de boeren arme boeren uit ontwikkelingslanden waren, waarvan er velen uit de GG-gewassen een hoger inkomen verwierven zodat ze iets minder arm werden.
En particulier, 90 % des agriculteurs concernés étaient des agriculteurs pauvres originaires des pays en développement, qui, dans de nombreux cas, ont pu augmenter leurs revenus grâce aux cultures génétiquement modifiées et alléger ainsi leur pauvreté.