De VCT kwam tot de vaststelling dat De Post nog steeds, dus ook in haar nieuwe juridische vorm, aan de taalwetten onderworpen is en dat - aangezien het hier ging om een postkantoor dat in Brussel-Hoofdstad gevestigd is - De Post in haar betrekkingen met een particulier de taal van deze laatste had moeten gebruiken.
La CPCL a conclu que La Poste reste soumise, sous sa nouvelle forme juridique, aux lois sur l'emploi des langues et que, le bureau de poste étant à Bruxelles-Capitale, La Poste aurait dû employer dans ses rapports avec un particulier la langue utilisée par celui-ci.