Een dergelijk betoog, dat ertoe strekt aan te tonen dat het Gerecht op goede gronden heeft geoordeeld dat de beide e-mails in kwestie niet de bescherming van de vertrouwelijkheid van de communicatie tussen advocaten en cliënten genoten, houdt immers geen verband met de ontvankelijkheid van de hogere voorziening, maar met de gegrondheid ervan.
En effet, une telle argumentation, qui tend à démontrer que le Tribunal a jugé à bon droit que les deux courriers électroniques en question ne bénéficiaient pas de la protection de la confidentialité entre avocats et clients, relève non pas de la recevabilité, mais du bien-fondé du pourvoi.