« Art. 1. — Met gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfduizend euro wordt gestraft, hij die onder één der omstandigheden bepaald bij artikel 444 van het Strafwetboek, de genocide op de joden en de zigeuners die tijdens de tweede wereldoorlog i
s gepleegd door het Duitse nationaal-socialistische regime, de genocide op de Tutsi's en de gematigde Hutu's gepleegd door het regime van Habyarimana en de Hutu Power in Rwanda, de genocide op de Cambodjanen door de Rode Khmer en de genocide op de Armeniërs door het Jong-Turkse regime ten tijde van het Ottomaanse Rijk, ontkent, schromelijk minimal
...[+++]iseert, poogt te rechtvaardigen of goedkeurt.
« Art. 1. — Est puni d'un emprisonnement de huit jours à un an et d'une amende de vingt-six euros à cinq mille euros celui qui, dans l'une des circonstances indiquées à l'article 444 du Code pénal, nie, minimise grossièrement, cherche à justifier ou approuve le génocide des Juifs et des Tziganes commis par le régime national-socialiste allemand pendant la seconde guerre mondiale, le génocide des Tutsis et Hutus modérés commis par le régime Habyarimana et le Hutu Power au Rwanda, le génocide des Cambodgiens commis par le régime des Khmers rouges et le génocide des Arméniens commis par le régime jeune-turc sous l'Empire Ottoman.