Ik zou er ook graag op willen hameren, mijnheer de Voorzitter, dat we de onacceptabele en afschuwelijke gedwongen kinderarbeid de kop in moeten drukken, zowel ten aanzien van de kinderen op de vuilnisbelt van Phnom Penh die wij allemaal kennen, als de kinderen die voor de prostitutie worden verkocht of die het slachtoffer worden van mensenhandel en in handen vallen van een van de meest weerzinwekkende netwerken.
Je voudrais aussi, Monsieur le Président, rappeler qu’il faut mettre fin à l’inacceptable, à l’insupportable travail forcé des enfants, que ce soit sur la décharge de Phnom Penh que nous connaissons tous, ou qu’il s’agisse de ceux vendus à la prostitution ou de ceux victimes du trafic d’êtres humains, alimentant un des réseaux les plus ignobles.