Art. 62. In uitvoering van artikel 93, derde tot en met vijfde lid, van verordening (EU) nr. 1306/2013, zijn landbouwers die in 2015 en 2016 niet voldoen aan hun verplichting om minstens het referentieareaal blijvend grasland te behouden zoals opgelegd bij artikel 12, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juli 2005 tot instelling van een bedrijfstoeslagregeling en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en tot toepassing van de randvoorwaarden, verplicht om evenveel blijvend grasland aan te leggen als nodig om alsnog aan hun verplichting te voldoen.
Art. 62. En exécution de l'article 93, alinéas trois à cinq, du règlement (UE) n° 1306/2013, les agriculteurs qui en 2015 et en 2016 ne répondent pas à leur obligation de maintenir au moins la superficie de référence de pâturages permanents tel qu'imposé par l'article 12, § 1 , de l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 juillet 2005 instaurant un régime de paiement unique et établissant certains régimes d'aide pour agriculteurs et portant application de la conditionnalité, sont obligés d'aménager autant de pâturages permanents que nécessaire afin de répondre après tout à leur obligation.