Dat brengt ons onvermijdelijk tot de conclusie − zoals geformuleerd in ons amendement dat helaas verworpen is − dat de uitbanning van illegale of niet-duurzame houtkap staat of valt met een resolute aanpak van de vreselijke sociale en economische situatie die
deze landen in hun greep houdt. Daarbij moet worden afgestapt van een economisch model dat is gebaseerd op een sterke afhankelijkheid van de exploitatie en uitvoer van een beperkt aantal grondstoffen die bestemd zijn voor de geïndustrialiseerde landen, aangezien dit model neokoloniale betrekkingen in stand houdt waarin de afhankelijkheid, de onderworpenheid en de plundering van de r
...[+++]ijkdommen van derdewereldlanden centraal staan.
Cela conduit inévitablement à la conclusion, qui était reprise dans notre proposition d’amendement, malheureusement rejetée, qu’il n’est possible de mettre fin à l’exploitation illicite ou non durable du bois que si la terrible situation sociale et économique de ces pays est traitée, en renversant un modèle économique qui repose sur une forte dépendance par rapport à l’exploitation et à l’exportation d’un nombre limité de matières premières vers des pays industrialisés, ce qui facilite les relations de dépendance néocoloniales et encourage le pillage des ressources des pays en développement et leur assujettissement.