3° tijdens het vervoer is de landbouwer, in geval het uitvoer naar Nederland betreft, in het bezit van de erkenning als grensoverschrijdend veeteeltbedrijf, als vermeld in de artikel 27, § 1, en in geval het invoer vanuit Nederland betreft, van het door de bevoegde Nederlandse overheid overhandigde bewijs, als vermeld in artikel 27, § 2.
3° au cours du transport, en cas d'exportation vers les Pays-Bas, l'agriculteur détient l'agrément comme élevage de bétail transfrontalier, visé à l'article 27, § 1, et en cas d'importation des Pays-Bas, la preuve transmise par l'autorité néerlandaise compétente, visée à l'article 27, § 2.