Ik heb de eer het geacht lid mee te delen dat de bepalingen van de artikelen 3, 7 en 4, 6, van de wet van 20 juli 1990, die de artikelen 10, 5 en 18, 6, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 hebben vervangen, voor de pensioenen die daadwerkelijk en voor de eerste maal ten vroegste op 1 januari 1991 ingaan, met betrekking tot de rust- en overlevingspensioenen voor de gewezen grenswerknemers en hun langstlevende echtgenoten het principe van het gewaarborgd minimumbedrag voor die categorieën van gerechtigden hebben behouden.
J'ai l'honneur de communiquer à l'honorable membre, qu'en ce qui concerne les pensions de retraite et de survie accordées aux anciens travailleurs salariés frontaliers ou saisonniers, les articles 3, 7 et 4, 6 de la loi du 20 juillet 1990, dispositions applicables aux pensions qui ont pris cours effectivement et pour la première fois le 1er janvier 1991, en remplacement et respectivement des articles 10, 5 et 18, 6 de l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967, ont maintenu, pour cette catégorie de travailleurs, ainsi que pour leurs conjoints survivants le principe d'un montant de pension garanti.