Indien men bij de opdeling rekening zou houden met een correcte verhouding 33/66 in plaats van 20/80 bij eerste aanleg en arbeid en met 45/55 in plaats van 40/60 bij koophandel, dan zouden er 67 Nederlandstalige griffiebedienden minder moeten sneuvelen.
Si, pour la scission, on tenait compte d'une proportion correcte de 33/66 au lieu de 20/80 au tribunal de première instance et au tribunal du travail, et d'une proportion de 45/55 au lieu de 40/60 au tribunal de commerce, 67 néerlandophones de moins perdraient leur emploi parmi les employés des greffes.