26. wijst erop dat rekening dient te worden gehouden met het groeiende aantal atypische en onderbroken beroepscarrières waarmee in het bijzonder vrouwelijke werknemers te maken hebben, die nog steeds het grootste deel van de gezinstaken verrichten en bijgevolg door lange en op continuïteit georiënteerde opbouwperioden worden benadeeld;
25. rappelle qu'il convient de prendre en compte l'augmentation des carrières professionnelles atypiques ou discontinues, principalement dans le cas des femmes, qui assurent toujours la majorité des tâches au sein de la famille et, partant, sont défavorisées par des périodes de stage longues et basées sur la continuité;