Zo roept de regering het arrest nr. 14/91 van het Arbitragehof van 28 mei 1991 in om de bevoegdheid van de federale wetgever te verantwoorden, terwijl de stelling dat de nieuwe grondrechten niet per definitie onder de bescherming van de federale wetgever vallen, pas definitief opgang maakte na de grondwetsherziening van 1993.
Le gouvernement invoque l'arrêt nº 14/91 de la Cour d'arbitrage du 28 mai 1991 pour justifier la compétence du législateur fédéral, tandis que la thèse selon laquelle les nouveaux droits fondamentaux ne tombent pas par définition sous la protection du législateur fédéral, n'a connu de succès qu'après la révision de la Constitution de 1993.