Het arrest van het Arbitragehof van 2 maart 1995 zegt voor recht dat artikel 671 van het Gerechtelijk Wetboek de artike
len 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre h
et in geen geval aan een betichte of aan een burgerlijke partij die niet over de voldoende financiële middelen beschikken om de griffierechten te betalen, onder geen enkel bed
ing de mogelijkheid biedt rechtsbijstand te verkrijgen met het oog op de kosteloze afgifte, ter voorbereiding van
...[+++] hun verdediging of vordering voor de strafrechter van afschriften van stukken van het strafdossier die hen betreffen, terwijl rechtsbijstand kan worden verleend aan elke partij in een burgerlijk proces die in eenzelfde financiële toestand verkeert.
Dans son arrêt du 2 mars 1995, la Cour d'arbitrage dit pour droit que l'article 671 du Code judiciaire viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il ne permet en aucun cas à un prévenu ou à une partie civile qui ne disposent pas des moyens financiers suffisants pour acquitter les droits de greffe d'obtenir l'assistance judiciaire en vue de la délivrance gratuite, pour la préparation de leur défense ou de leur action devant le juge de répression, de copies de pièces du dossier pénal qui les concernent, alors que l'assistance judiciaire peut être accordée à toute partie à un procès civil qui se trouve dans les mêmes conditions financières.