50. is van mening dat de Verenigde Staten en de Europese Unie op internationale fora over een groot potentieel beschikken om gemeenschappelijke standpunten en initiatieven goed te keuren gezien het veelvoud aan gemeenschappelijke politieke belangen op het terrein van de handel, zoals een niet-discriminerende toegang tot grondstoffen op de wereldmarkt, handhaving van intellectuele-eigendomsrechten of een wereldwijde harmonisatie op het gebied van octrooien; stelt voor om in wederzijds belang dit potentieel beter te benutten;
50. estime que les États-Unis et l'Union européenne sont susceptibles d'adopter des positions et des initiatives communes dans les enceintes internationales, vu la gamme des intérêts commerciaux qu'ils ont en commun, comme l'accès sans discrimination aux matières premières sur le marché mondial, l'application des droits de propriété intellectuelle et l'harmonisation mondiale des brevets; insiste pour que ce potentiel soit mieux exploité, dans l'intérêt des deux parties;