Tegelijkertijd is voor een interventie achteraf een grootschalige samenwerking tussen verschillende nationale instanties binnen een lidstaat noodzakelijk (burgerbescherming, leger, wetshandhavingsinstanties, enz.), alsmede tussen de nationale autoriteiten van de afzonderlijke lidstaten en EU-instanties.
Les interventions faisant suite à un incident supposent une large coopération entre différentes autorités d’un État membre (protection civile, militaires, police, etc.) ainsi qu’entre les autorités nationales de différents États membres et les organismes européens.